Als het verwerkingsproces is verstoord, doordat het trauma niet als zodanig is herkend en/ of het doorverwerkingsproces niet is voltooid. Je blijft dan langere tijd last houden van herbeleving, vermijding en hyperactivatie: dus als meerdere klachten na ongeveer drie maanden na de gebeurtenis niet langzamerhand afnemen, maar (hardnekkig) blijven voortduren.
Ook kan het maanden of zelfs jaren duren voordat je ontdekt dat bepaalde klachten of gedrag voortkomt uit een vroeger opgedane ervaring. De spanningen vertalen zich blijvend in psychische klachten zoals angst, depressiviteit, slapeloosheid, prikkelbaarheid, concentratieproblemen, een sterke schrikreactie en een verhoogde waakzaamheid. Ook uit het zich in lichamelijke klachten van psychosomatische aard zoals bijv. hoofdpijn, maag – en darmklachten, benauwdheid, spierspanningverschijnselen en algehele vermoeidheid. Meerdere hardnekkige symptomen wijzen op een P.T.S.S . Professionele hulp kan noodzakelijk zijn.
Het is duidelijk dat al deze klachten je gedrag beïnvloeden. Je bent eenvoudig niet in staat om goed te functioneren. Het plezier in het werk is weg en ook thuis lukt het niet erg best meer. Het kan zelfs tot irritaties leiden of ruzies. Soms kan ook drank- en medicijngebruik toenemen en dat zijn zaken die natuurlijk liever voorkomen worden . Iedereen gaat door de verschillende fases van de verwerking heen in zijn of haar eigen tempo. Het zal voor de één een kwestie van dagen zijn, maar het is ook mogelijk dat het weken of zelfs maanden duurt. Wanneer je echter denkt dat het te lang duurt, kan het verstandig zijn hulp in te roepen. Je staat er immers niet alleen voor.
In deze animatie door een Australisch behandelcentrum, wordt weergegeven hoe PTSS zich bij iemand kan uiten.
SYMPTOMEN
De klachten die voorkomen bij een PTSS zijn onder te verdelen in de volgende 3 clusters:
Herbelevingen: Bij een herbeleving lijkt het alsof de traumatische gebeurtenis opnieuw meegemaakt wordt. Iemand ziet, ruikt, hoort, proeft en voelt alles weer zoals het moment waarop het gebeurde.
Regelmatig nachtmerries hebben en onrustig slapen.
Herinneringen hebben aan de gebeurtenis die steeds weer terugkomen.
Wanneer aan de gebeurtenis wordt gedacht, krijgt iemand last van hartkloppingen, trillen, zweten en kan iemand niet goed meer ademhalen. Een gevoel van verlamd van angst zijn.
Vermijding: Bij vermijding gaat iemand alles uit de weg wat aan de traumatische gebeurtenis doet denken. Zo beschermt iemand zichzelf tegen de heftige emoties. De hele gebeurtenis of bepaalde momenten eruit worden ‘vergeten’. Dit wordt verdringing genoemd.
Soms voelt iemand helemaal niets meer en wordt alles op de automatische piloot gedaan.
Er wordt ontkend wat er is gebeurd en ervoor weggevlucht door bijvoorbeeld keihard te werken of overmatig te drinken.
Weigeren om te praten over wat er is gebeurd en zich afsluiten voor de mensen om in zijn/haar omgeving.
Gedrag en gevoelens: Voortdurend gespannen en ‘opgefokt’ voelen.
Snel het geduld verliezen en snel boos worden.
Last hebben van plotselinge huilbuien.
Snel schrikken en overgevoelig zijn voor elke onverwachte situatie of gebeurtenis.
Gevaarlijke situaties opzoeken; bijvoorbeeld veel te hard rijden.
Verdovende middelen gebruiken zoals drugs en alcohol.
Somber zijn, en niets leuk of interessant vinden.
Snel schuldig voelen aan het gebeurde en zichzelf verwijten maken: ‘
Had ik maar (niet)………’
Zich minderwaardig voelen.
Slecht kunnen concentreren.
Doodmoe zijn, maar kunt toch moeilijk kunnen inslapen of doorslapen.
OORZAAK EN GEVOLG
Of er na een schokkende gebeurtenis een PTSS wordt ontwikkeld hangt van 4 verschillende factoren af .
Wat voor gebeurtenis was het?
Of iemand een PTSS krijgt, hangt af van de soort gebeurtenis, hoe erg het was en hoe lang het duurde. Ook hoe machteloos en bang iemand zich voelde. Schokkende ervaringen die alleen meegemaakt worden, zoals een verkrachting of overval, blijken moeilijker te verwerken dan een gebeurtenis waar meerdere mensen bij betrokken waren, zoals een vliegramp. Belangrijk is ook of de schokkende gebeurtenis één keer of vaker is voorgekomen. Schokkende gebeurtenissen die lang duren of die steeds opnieuw voorkomen, blijken moeilijker te verwerken. Voorbeelden van eenmalige trauma’s zijn: een auto-ongeluk, een inbraak of de plotselinge dood van een geliefde. Schokkende ervaringen die vaker voorkomen zijn onder meer: incest, mishandeling en oorlogservaringen (Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, 2016).
Hoe was de opvang?
De opvang na de schokkende gebeurtenis is erg belangrijk; het krijgen van steun uit de omgeving, voldoende gelegenheid om over de ervaring te vertellen, het gevoel begrepen te worden en terecht kunnen bij een vertrouwd persoon. Hoe beter de opvang is, des te beter de verwerking (Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, 2016).your story is defined
Hoe is de persoonlijkheid?
Elk mens zit anders in elkaar. Dat maakt ook verschil voor de verwerking van het trauma. Mensen die goed over hun gevoelens kunnen praten, lopen minder kans op een PTSS dan mensen die gesloten en verlegen zijn. Mensen die door het leven wandelen verwerken een schokkende gebeurtenis ook makkelijker dan mensen die het leven als zwaar ervaren. Dat geldt ook voor mensen die gemakkelijk steun kunnen accepteren. Het helpt wanneer iemand accepteert dat na een schokkende gebeurtenis iemand zich een paar weken angstig en somber zal voelen (Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, 2016).
Hoe wordt er op de gebeurtenis teruggekeken?
De betekenis die de gebeurtenis heeft, is van invloed op het verwerkingsproces. Sommige mensen gaan hun leven door de schokkende gebeurtenis extra waardevol vinden. Pluk de dag! Of ze bedenken hoeveel geluk ze nog hebben gehad in vergelijking met andere mensen. Zulke gedachten maken de verwerking van de gebeurtenis gemakkelijker. Omgekeerd kunnen bepaalde ideeën de verwerking moeilijker maken. Een voorbeeld is als iemand ervan overtuigd is dat het ongeluk altijd juist hem of haar treft (Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, 2016).
Neurologisch
Uit onderzoek is gebleken dat een PTSS zichtbaar is in de hersenen. Ondanks dat er nog niet veel bekend is over angst en de hersenen, is wel duidelijk geworden dat verschillende stoffen, de zogenaamde boodschapperstoffen (ook wel neurotransmitters genoemd) in de hersenen een rol spelen bij het overbrengen van informatie. De balans en de beschikbaarheid van deze boodschapperstoffen is bij een PTSS verstoord geraakt, waardoor sommige delen van de hersenen te actief en andere juist te weinig actief zijn. Bij een geslaagde behandeling blijkt deze balans zich weer te herstellen (Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, 2016) .Ook hebben sommige mensen met PTSS een kleinere hippocampus. Dat is het deel van de hersenen waar onder andere het geheugen zit. Geheugenproblemen bij mensen met PTSS zouden hierdoor verklaard kunnen worden. Een hypothese is dat door een hoog cortisol-gehalte (hormoon dat vrijkomt bij stress), celsterfte in de hippocampus wordt veroorzaakt. Na geslaagde traumabehandelingen is vastgesteld dat bij sommige mensen het volume van de hippocampus weer is toegenomen (van Hinsberg, 2008).